Al weken was ze voorbereidingen aan het treffen. 1999 was ze nog niet geboren en nu zou het dan zo ver zijn: Een zonsverduistering , die in Nederland waargenomen kon worden! Zij was een van de eersten die een brilletje wist te bemachtigen. Mobieltje was opgeladen voor de nodige selfies. Wekkers gezet – je zou maar net met iets anders bezig zijn. Hiervoor zou ze wel opstaan en aangekleed zijn. “Een zonsverduistering, mam….”, al honderd keer en vaker heeft ze moeder uitgelegd wat dat was, hoe mooi, hoe bijzonder!
‘Net als jij”, dacht moeder dan. “Jij vrolijk en stralend kind waar zo maar een maan voor schoof.”
En dan eindelijk was het zo ver. Rond kwart over elf zou de zonsverduistering op z’n mooist zijn. Maar er hing mist. Dikke laaghangende bewolking. En moeder zag, hoe de wolken steeds dichter en donkerder werden. De sprankel in de ogen verdween. Het brilletje werd een paar keer verlegd. De weersvoorspelling op haar mobieltje opgezocht. Uit het raam kijken. Rondlopen. Frons tussen de ogen. “We kunnen de verduistering ook op tv bekijken,” opperde moeder. “Nee, dat is saai en niet hetzelfde. Bovendien heb ik weer heel erg hoofdpijn, ik ga maar even op bed liggen. Ik ben ook misselijk.”
Door de mist fietste moeder naar school.
“Mevrouw, we snappen dat uw dochter ziek is en niet altijd naar school kan gaan. Maar ik kan mijn leraren niet meer vragen, om nog meer inspanning te leveren. Uw dochter is niet het enige kind in de klas! Op die manier kan zij niet over en is het misschien ook maar verstandiger om een ander schooltype te zoeken.” Moeder keek naar buiten en zag dat de mist was opgetrokken, maar de dat de schemer reeds inzette. Het werd langzaam donker.
Onderweg ontmoette zij de oude buurman. “En hoe is het nu met de kleine meid? Het is zo een lief kind. Ze was altijd zo vrolijk en leergierig. Ik hoop dat het weer snel beter met haar gaat! Maar zij komt er wel. Misschien met een omweg, misschien doet ze er wat langer over, maar menigeen zal er nog verbaasd van opkijken als die kleine ooit gaat schitteren! Ik wens haar dat zo! Doe haar de groeten. Misschien kan ik binnenkort weer een potje schaken met haar.”
Eenmaal thuis bleek het meisje diep te slapen. Moeder ging op de bedrand zitten en keek naar het slapende kind. Een rode lichtstraal scheen in haar gezicht. Moeder keek naar buiten en zag de bloedrode zon aan de horizon.