daders, slachtoffers en omstanders

Kun je het allemaal tegelijkertijd zijn? Wanneer ben je wat? Welke verantwoordelijkheden draag jij voor je eigen volk? – vragen die op dit moment nauwelijks actueler kunnen zijn.

De dag voor de inval van Poetin in Oekraïne stelde ik deze vragen aan MAVO 2 leerlingen van het Broeklandcollege in Hoensbroek. Ik mocht er workshops verzorgen in het kader van ruim 75 jaar bevrijding.

De week daarvoor hadden de leerlingen een workshop van Jack Aldewereld gehad. Jack Aldewereld is als baby naar Brunssum gesmokkeld en heeft daar de oorlog als onderduikkind doorgebracht. Een belangrijk en indrukwekkend verhaal over verzet, moed en dankbaarheid. En toen kwam ik – de Duitse – met mijn verhaal. Mijn verhaal is dat van mijn Duitse familie in en na WO2. Dat verhaal kent alle drie de rollen: de dader, het slachtoffer en de omstander.

De leerlingen herkenden snel dat elke oorlog slachtoffers kent – aan welke kant dan ook. Moeilijker is de vraag tussen dader en omstander: Ben je ook dader als je niets doet? Ben je ook dader als je iets moet doen?

De daders heten niet Duitser, Nederlander, Rus of Oekraïen – de daders hebben namen en zijn verantwoordelijk voor hun daden. De andere mensen uit die landen hebben ook namen, maar zij zijn ook vader, broer, moeder, dochter, vriend of vriendin. Sommigen zijn ook nog slachtoffer, omstander of held.

Laten we die mensen, het menselijke gezicht, vooral niet vergeten.

Eros op Tinder – gedichten die raken

te bestellen via:
https://www.boekscout.nl/shop2/boek.php?bid=11342

een paar van de reacties: (waarvoor hartelijk dank🥰)
“herkenbaar en raak!”
” Van harte aanbevolen. Literaire bonbons!”
” Een bundel die ik kan aanbevelen. Gedichten die met hele mooie teksten en spinsels zijn opgeschreven, mijn complimenten.”
“Heel mooie gedichtbundel die zeker raakt. Echt mooi geschreven.”
“Prestatie van grote klasse.”
“Verrassend en heel mooi!”
“Wow!”
“Wat een enorme taalvaardigheid!”
” Ontroerd en gefascineerd! Wat weet jij mij te raken…”

zie ook mijn andere website ulrikepoetry.com

Vocht

20190511_144731_HDRLangzaam goot zij water uit de gieter over de bloeiende roos. Druppels bleven op het fluwelige rood liggen en weerspiegelden het groen. Veel groen. Veel te veel groen. Alles groeide hier heftig en weelderig. ‘ Jij zult het er prachtig vinden’, had haar man gezegd. ‘De tuin is door een bekende architect ontworpen. De vorige eigenaren hielden vaak zeer succesvol Open Tuin. Hij past prachtig in het landschap.’ Zij was gevleid door zijn enthousiasme. Hij wist dat zij van planten hield. Met veel liefde en zorg had zij in hun kleine tuin de planten gekoesterd en beschermd voor het zand, het zout, de wind en de felle zon. Samen hadden zij gezocht naar een huis. Zorgvuldig, alles moest kloppen, het zou hun nieuwe thuis worden. Maar ze hadden wel haast. Hij werd er verwacht.
Zuchtend zette zij de gieter neer. Haar blik gleed over het einde van haar tuin. Ze overzag het weiland met de schapen van de buren. Daar achter glinsterde nog net het water van de rivier die er een scherpe bocht maakte. Aan de overkant stonden koeien te grazen voor een coulisse van eiken en elzen. ‘Prachtig dit coulisselandschap, vind je niet?’ had hij gisteravond nog gezegd, toen zij met een glas wijn op de bank achter in de tuin hadden gezeten. ‘Een prachtig uitzicht.’ Hij trok haar tegen zich aan. Hij wist dat zij altijd bij het raam had genoten van de wolken aan de horizon. Hier stond er een groene coulisse voor de horizon.
Zij ging naar binnen, om koffie en thee te zetten. Zo meteen kwamen een paar van haar buren op bezoek. Zij hadden zich laatst zelf uitgenodigd. ‘Zo gaat dat hier’, had de buurvrouw gezegd en ze zou de andere vier buurvrouwen ook meenemen. Ze zette nog maar een extra kan water op. Er zal wel veel gekletst worden. Toen iedereen zat met een gebakje in handen, stootte zij onhandig een kopje thee om. Het viel op schoot van de buurvrouw. ‘Ach, dat geeft toch niets, meid. Het was gelukkig nog maar lauw. Laat mij de thee maar inschenken, dat is nog veel te zwaar voor je handen.’ Zij dacht: ‘Lauw, lauw water in je schoot als vruchtwater…’- ‘Zul jij nog lang moeten revalideren?’ – ‘Ja, als je ergens hulp bij nodig hebt, hoef je maar te gillen!’ – ‘Vertel, hoe is het eigenlijk gebeurd?’ Hoe is het eigenlijk gebeurd? Zij herinnert zich een lange stoffige straat. Fel zonlicht. Wit, veel oker, toen zilver en een heftige klap. Lauw water tussen haar benen, vochtige stromen op haar armen, toen niets meer. Toen zij weken later weer bij kwam had hij alles al geregeld. Zelfs de afspraken met de fysiotherapeut en artsen in het andere ziekenhuis waren al gepland.
‘Hoe was het met de buurvrouwen’, vroeg hij ’s avonds in bed. ‘De dames zijn wel best aardig. Ik verstond ze niet altijd. Ze lijken een hechte band met elkaar te hebben, al zijn ze heel verschillend. Drie zijn echte boerinnen met een groot bedrijf, kinderen, ouders in huis, eentje heeft er zelfs nog een baan naast, ze hebben het heel druk. Een is onderwijzeres en eentje doet iets in de administratie. Ze willen jou ook leren kennen. Eentje viert haar twaalfenhalfjarige huwelijksfeest, daar zijn wij en de hele buurt ook uitgenodigd.’ -’Ik denk niet dat ik er dan tijd voor kan vrijmaken’, zegt hij en draait zich om. Zij heeft eigenlijk ook geen zin. Ze zal wel zeggen, dat ze zich niet zo goed voelde. Er schijnt ook zo veel gedronken te worden op die feesten. En iedereen is familie van elkaar!
Er hangt nog mist over de velden als zij in de bus stapt. Haar schoenen zijn nat van de dauw in het gras. De buschauffeur knikt nors. Nog moe vlijt zij zich op een stoel en staart naar buiten. De mist lijkt langzaam op te lossen in een nevelige regen. De bus rijdt door druilerige straten. Dan loopt zij door de ziekenhuisgang. ‘Uw littekens zien er prima uit, al zult u ze nog voor zonlicht moeten beschermen’ zegt de ene arts. ‘U mag van geluk spreken, maar zoals het er nu naar uitziet heeft u geen blijvende schade aan het ongeluk over gehouden’zegt de andere arts.
Als zij het ziekenhuis verlaat schijnt de zon fel aan een strakblauwe hemel. In de bus is het druk. Mensen zweten en drinken water uit kleine flesjes. Volgende bushalte stromen er nog meer mensen de bus in. De plek naast haar wordt bezet. Zij kijkt naar buiten en geniet van de kleuren. Warm en overvloedig, zoals thuis. Ineens wordt zij zich van het been naast haar bewust. Zij voelt de warmte door haar huid heen. Het been oefent een lichte druk op haar schenkel uit. Zij voelt zich prettig. Zij voelt zich vrouw. Langzaam geeft zij tegendruk. Zij blijft glimlachend naar buiten kijken. Ziet kalveren, lammetjes. Zij voelt haar hartslag en haar adem. Haar huid is vochtig van het zweet. Bij de volgende halte verlaat het been haar. Zij sluit haar ogen en wil niet zien wie er bij het been hoort. Geen ontgoochelingen meer.
Als zij thuis komt zit hij op zijn kamer te werken. ‘Hallo’ mompelt hij, terwijl zijn vingers het toetsenbord martelen. ‘Ga douchen en kleed je om, netjes maar ook een beetje gewoon. Wij gaan naar het feest van de buren’ zegt zij. ‘Dat kan nu niet. Ik moet dit afmaken. We hadden er toch geen zin in. Jij wilde toch ook niet gaan?‘ zijn vingers stoppen geen moment. ‘Goed, dan ga ik alleen. Ik heb er nu wel zin in. Het zijn onze buren.’ De deur sluit met een lichte windvlaag. Rook hij parfum? Zijn vingers raken weer het toetsenbord, maar al snel vertraagd het tempo, wordt het gehamer onzekerder.
Terwijl het water over zijn lichaam loopt herinnert hij zich haar parfum dat hij net heeft geroken. Pas nu ziet hij de rode blos die zij op haar wangen had. Zolang heeft hij dit niet meer gezien, al die tijd haar bleke gezicht, die doffe ogen. Hij was zo vaak bang dat hij ook haar kwijt was. Nu is zij naar het feest. Snel kleed hij zich aan en loopt over de donkere weg naar de buren.
Al pratend, handenschuddend en proostend baant hij zich een weg door de menigte. Het is warm, de mannen zijn vrolijk, handen slaan op zijn schouders, zij lijken hem al jaren te kennen. Dan ziet hij haar staan.
De vrouwen staan bij elkaar. Ze lachen en giebelen. Haar witte jurk steekt af voor de donkere coulisse achter haar. Haar ogen stralen. Haar lippen zijn vochtig. De maan spiegelt zich in het water.

Copyright: Ulrike Mülders, 2009

Gedicht in boek over huizen uit Den Ham

In het prachtige boek van Dick de Ruiter over de huizen van den Ham staat ook een gedicht van mij.

Het huis

Kom
Ik ben je huis
Ik omarm je met mijn muren
Bescherm je met mijn dak
Koester je en troost je

Ga zitten in mijn tuin
Kijk naar de wolken
Wit als doopjurkjes
Luister naar je buren
Zij leven met jou hun eigen verhaal

Mijn stenen hebben oren
Maar zwijgen als een graf
Verleden in behanglagen
Vol zonlicht op linnen en zwarte doodskleden
De toekomst gegoten in beton

Kom binnen en luister het kraken en knisperen
Van vuren en beddengoed
De eerste en laatste adem werd hier geblazen
Of alleen maar gezucht? stotend of lachend
Wie zal het zeggen?

Kom terug
Je zult je verbazen
Mijn muren die knelden, mijn uitzichten eindeloos
Geuren die filmen – bont of zwart-wit

Kom
Ik ben je huis
Laat mij je omarmen
Als aarde de wortels
Verplant of gezaaid

(uit: Hammer Huizen en mensen; zes eeuwen bewoningsgeschiedenis van het Overijsselse dorp Den Ham; Dick de Ruiter; Oudheidkundige vereniging Den Ham- Vroomshoop; april 2019;Uitgeverij Kordaat Vroomshoop; ISBN 9789493072022)

Schattenjacht/Schatzsuche/Treasure hunt

gedichten en aquarellen van Susanne Ahlers

Schattenjacht/Schatzsuche/ Treasure hunt heet het nieuwe boek van Susanne Ahlers en een zoektocht naar de schat is het! Zelf zegt zij in het voorwoord de lezer – of kijker – mee te nemen in haar ontwikkeling van haar aquarel-verftechniek, maar ook in haar gedichten lijkt Susanne Ahlers steeds op zoek te zijn.
Zij zoekt naar het verleden en deelt haar kennis van en liefde voor de rijke Griekse mythologie. Is in “Odysseus en Circe’s son” nog duidelijk haar eerdere stijl met acryl-techniek uit haar eerdere boek te herkennen, zijn in een paar aquarellen over de Oresteia, met onder andere Cassandra en Achilles in de hoofdrol, de originele voorbeelden te herkennen. De objecten in de schilderijen zijn meer omkaderd, wat ook door het gebruik van inkt wordt bewerkstelligd.
In veel schilderijen en teksten komt haar verleden veelvuldig in woord en beeld aan bod. We zien bijvoorbeeld huizen uit haar geboorteplaats, Lübeck, en zelfportretten als een jonge vrouw. Over deze herinneringen hangt een bepaald soort ‘dromerigheid’. Susanne Ahlers schildert natuur, herinneringen en verleden met heldere kleuren. De dieren, zee- en poldergezichten hebben een transparantie, een luchtigheid, waarbij de aquareltechniek volledig tot zijn recht komt.
Haar taalgebruik is eveneens schilderend. Bij de lezer ontstaan beelden – in dezelfde kleuren (veel blauw)– voor het innerlijke oog. Susanne Ahlers schrijft in het Engels, Nederlands, en Duits. De meertaligheid in de titel wordt ook in het boek vastgehouden. De teksten gaan over eenzaamheid (“Solitude”), droefenis, verwarring (‘Time Out”) en verdwalen, maar nergens wordt het zwaar of duister. In een van haar teksten schrijft zij over “minzenhafte Leichtigkeit”, een muntachtige luchtigheid, een gevoel dat in het hele boek, met uitzondering van de aquarellen over de klassieke mythes, overheerst. De toon, de kleuren van de aquarellen geven fijne en blije accenten.

En zo vind je telkens weer een diamantje, een sprankel, en blijft de lezer vol plezier meegaan op schattenjacht.

Schattenjacht

Een aanrader!

Vluchteling in oorlog

Wat is dat eigenlijk, oorlog?  Waar vlucht de vluchteling eigenlijk voor? De meeste Westerlingen kunnen zich er geen voorstelling van maken. De laatste oorlog is alweer meer dan 70 jaar geleden. Ja, er was nog iets in Indonesië en, oh ja, Joegoslavië, en nog zo wat ‘schermutselingen’ elders, maar de meesten van ons kennen geen oorlog. Het was allemaal veilig ver weg.

Mijn ouders kennen de oorlog  wel. Zij zijn in die laatste grote oorlog geboren.

Zij bukken nog steeds, als er een vliegtuig laag overvliegt. Ze kunnen niet slapen, als er onweer is. Ze hebben de tas met paspoort, pillen en schone onderbroek altijd binnen handbereik. Ze hebben altijd een voorraad eten in huis. Je weet maar nooit. Ze moesten overgeven, toen ze de kampen in Joegoslavië zagen. Zij kennen nog het geluid van de stervende, uiteengereten buurman. Zij ruiken nog het angstzweet van hun zusje, dat voor de geile soldaten onder de kolen was verstopt. Ze horen nog het huilen van de vrouw die post van het front kreeg. Zij voelen nog de angst, toen ze uit het raam van de trein werden gegooid door hun moeder, omdat er bommenwerpers aankwamen. Ze weten nog van de pijn aan de voeten, omdat ze de goede schoenen aan moesten op hun vlucht voor het bombardement. Ze proeven nog de smaak van de snoepjes, die zij kregen toen ze op hun verjaardag een kolonne soldaten tegen kwamen. Ze zien nog hun broertje in het kistje, die het niet gehaald heeft. Ze voelen nog de oorvijg, omdat ze iets niet mochten zeggen, want dat was gevaarlijk. Het zweet breekt hun uit en de paniek slaat toe, als ze in een museum het geluid van de oorlog horen. Ze zijn bang in de kelder. Ze proeven nog het stof, de as, het bloed na weer een bom. Ze zien nog de verwoesting, voelen, ruiken, horen, proeven de angst.

Zij kunnen amper de beelden op tv zien. Zij geven hulpgoederen. Zij weten niet wat ze moeten, zij zijn onrustig. Handenwringend. Zij vragen, hoe ze kunnen helpen. Zij weten, dat zij toen door anderen zijn opgevangen. Zo goed en zo kwaad als het kon.

Zij zijn 76 en 74 jaar oud. Zij zijn nog niet vergeten.

Zij waren de  kinderen van de vijand. Geboren in het land van het kwaad.

Zij waren kinderen. Angstig, bang, hongerig, op de vlucht. Zij zijn dankbaar, dat hun moeders hen beschermen konden. Zij zijn dankbaar voor de hulp, die hen, de vijand, later geboden werd.

Zij kennen oorlog. Zij willen helpen. Onvoorwaardelijk.

Sinds vandaag mag ik me gediplomeerd life coach noemen

Wat is life coaching?

Wij leven in een jachtige 24 uurs economie. Continu bereikbaar, continu prikkels. Je werkdag is niet om 5 uur afgelopen, want je bent nog de hele nacht bereikbaar voor baas en collega’s via e-mail en social media.

Als gevolg van die rat-race zijn mensen op zoek naar rust en ontspanning. Maar tegelijkertijd heeft men ook de behoefte niets van het leven te willen missen. Trends, mode, informatie – via internet proberen wij bij te blijven bij de ontwikkelingen van de maatschappij.

En dan komt er opeens het moment dat jij jezelf afvraagt: “Waar doe ik het voor?” – “Is dit alles?” “Wat wil ik werkelijk?”

Misschien vind jij het moeilijk om keuzes te maken, of je voelt je leeg, moe en doelloos en bent de overzicht over je leven een beetje kwijt geraakt?

Dan kan een life coach je helpen.

 De life coach

023De life coach helpt je om weer overzicht in je leven te vinden. De vragen ‘wie ben ik?’, ‘wat kan ik?’ en ‘wat wil ik?’ staan
hierbij centraal. Met behulp van diverse methoden krijg je weer de regie in handen en weet je jouw focus te richten op hetgeen jij belangrijk vindt. Zo geef jijzelf vorm aan je persoonlijke, zakelijke en maatschappelijke leven. Jij wordt je meer bewust van je doelen en behoeften – én leert hoe je die doelen kunt bereiken.

Resultaat

Het doel van de life coaching is, om de balans tussen je persoonlijke wensen en de belangen van de wereld om je heen (werk, relatie, kinderen etc.) te herstellen of te versterken. Ben jij iemand die twijfelt aan van alles? Worstel jij met vragen of jij wel het juiste werk, partner of opleiding hebt gekozen? Denk jij weleens na over de zin van het leven? Voel jij steeds een innerlijke onrust en vraag jij je vaker af of dit nu eigenlijk alles is?

De life coach kent gesprekstechnieken om je al in een paar gesprekken grote stappen te laten maken. Veel werkgevers zijn doordrongen van het nut van coaching en zijn vaak bereid om de coaching van hun werknemers te vergoeden.

Ulrike Mülders

Als life coach gebruik ik verschillende technieken uit de psychologie, communicatiewetenschap, NLP en sociologie om jou verder te helpen. Ik werk graag met humor en denk graag out-of-the-box. Vastgeroeste ideeën en gedrag maak ik graag  los, ontspoorde gedachten zet ik graag weer op de rails zodat jij soepel door het leven kunt wandelen, op een snelheid die jij bepaalt en met het liedje in je hoofd dat jij wenst.

good guy’s – bad guy’s

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: In Nederland mag iedereen zich coach noemen. Het is geen beschermd beroep. En zo is er geen onderscheid te maken tussen mensen die vinden dat ze anderen kunnen coachen en professionals die vinden, dat ze er voor geleerd hebben. Beide groepen zijn ervan overtuigd, dat ze een ander met behulp van coaching iets te bieden hebben. En elke coach heeft daarin zo zijn of haar eigen aanpak. Van zakelijk, strak tot spiritueel, zweverig – voor elk wat wils.

Er zijn een aantal beroepsverenigingen. Een coach die lid is van een beroepsvereniging heeft zich aan bepaalde regels te houden. Op die manier wordt er gepoogd een soort van kwaliteitswaarborg te creëren. Maar soms zijn heel goede coaches geen lid van een beroepsvereniging, én …. Zijn alle leden van een beroepsvereniging ook automatisch goede coaches?

Wat is een goede coach? Er zijn verschillende antwoorden op deze vraag in omloop, maar in mijn optiek is een goede coach vooral respectvol en integer. Het belang, welzijn en de coachvraag van de cliënt staan voorop. De coach zal er respectvol en integer mee omgaan. Een goede coach zal nog vóór begin van de coaching proberen zijn of haar werkwijze zo uitgebreid aan de cliënt uit te leggen, dat de cliënt zo goed mogelijk kan beoordelen of deze werkwijze bij hem of haar past.  Een goede coach luistert én voelt heel intensief en zal dan ook snel opmerken, wanneer een cliënt over zijn of haar grenzen gaat. Soms is het onderdeel van een coachsessie, om de grenzen van een cliënt te verkennen en hier en daar misschien ook op te rekken, om eventueel tot nieuwe inzichten te komen. Juist dan is het heel belangrijk, dat de coach zich van de kwetsbaarheid van de cliënt bewust is en daar rekening mee houdt. Dit is vooral lastig bij groepssessies, omdat er dan meteen ook groepsdruk mee gaat spelen. Een cliënt is dan wellicht veel sneller geneigd om ongewild zijn eigen grenzen te overschrijden. Een goede coach merkt dat op en geeft de ruimte om gevoelens van onbehagen bespreekbaar te maken. En heel soms zal er dan wederzijds besloten moeten worden, dat deze manier van werken voor deze cliënt niet werkt. Beschikt de coach niet over een alternatief, passend,  instrumentarium zal de coach-cliënt-relatie dan ook verbroken moeten worden. Een goede coach zal ook dit respectvol en integer afhandelen. En een goede cliënt zal hier respectvol en integer op reageren.

Maar coaching blijft mensenwerk, maar gelukkig hebben cliënten voldoende aanbod, om uit te kunnen kiezen.

(deze mijmeringen ontstonden naar aanleiding van het onderstaande artikel in de Gelderlander van 25 maart 2015)

coach bedreigt